Effectief met meer dan met schaakwapens…

Wat doe je als schaakteam als je je eerste seizoens-wedstrijd dik verliest en je tweede tegenstander wordt geaf­fi­cheerd als groepskampioen en kandidaat promovendus van dit seizoen? Een beetje team van Moira-Domtoren gaat dan niet over­­gave-bereid op de rug lig­gen, maar recht die rug en verzint een list. En het is gelukt, want wat niemand verwacht had, gebeurde toch: vrij­dag 7 november won het vijfde van Moira-Domtoren van het derde van Oud Zuylen. Met het kleinst moge­lij­ke verschil, maar wie van ons maalt daar om? We hebben natuurlijk voor­al de rug schaaktechnisch gerecht. Hoe doe je dat in dit Carlsen-tijdperk? Niet door al je schaaktheorie-boe­ken weer eens door te worstelen, in dbases partijen van je tegenstander op te zoeken en te analyseren maar door ge­woon te vertrouwen op je inzicht in stel­ling­en, je subtiele zettechniek en combinerend vermogen. Met andere woorden: als een sluipmoordenaar je tegenstander in slaap sussen, en langzaam maar zeker toeslaan. MDT-5.07-11-14.02
Eerlijk toegegeven: dit was niet alles. We zouden daarover niet gesproken hebben, ware het niet dat onze tegen­stan­der toch enige van onze listen ontdekte. In een verslag op hun website geven zij er blijk van meer te zien dan alleen bord, stukken en tegenstander(
www.oudzuylen.nl/). Ze ontrafelen daar een aantal van onze listen. Ik noem er hier een paar, zonder op de andere listen, die zij niet gezien hebben in te gaan: we krijgen tenslotte nog meer te­genstanders op bezoek dit seizoen…..
Aan hun barre fietstocht vanuit de Oudzuylense buurten naar ons illustere koninklijke wedstrijdlokaliteit hebben wij natuurlijk part noch deel. De eerste list die zij zagen in ons clubhuis, want het Rode Kruisgebouw, was een ske­let, op een foto op hun website zetten ze die zelfs achter het schaakbord! We hoefden het onderschrift er niet bij te leveren, want dat was natuurlijk: ‘Restant van een tegenstander die het eerder waagde van een Moira-spe­ler te winnen’; want dit was de Oudzuylenaren wel duidelijk. Het tweede waarop wij hen trakteerden, was een op­stel­lings-wisse­ling. Na een weekje intern overleg besloten wij de vaste eerste en tweede bordspelers onderling te laten wisselen: de verwarring onder hun tegenstanders werd almaar groter. Vervolgens besloten we de ver­war­ming uit te zetten: wij waren zelf goed op kou gekleed, maar de kleding van onze tegenstanders uit de Utrechtse buiten­ge­wes­ten was even luchtig als hun mening wel even vlotjes van ons te gaan winnen. Vervolgens hadden wij geen nieuw bier ingekocht, omdat van de Zuylenaren bekend is dat dat hun doping is. Ze noemen nog een paar listen, maar die zaten niet in ons pakket. Verder wonnen wij op eigen schaakkracht. De laatste borden lever­den punten in, de drie in de middengroep remiseerden en onze drie topborden waren echt top: bord 1 t/m 3 won­nen hun partij. de buit was binnen. De verkleumde tegenpartij werd nota bene warm van onze uitbundige team­vreug­de. Want teamspirit hebben we bij Moira-Domtoren. Oud-Zuylen 3 verdween in de donkere nacht….
Moira-Domtoren 5- Oud Zuylen 3 4½ -3½
R.P.J. van der Heijden (Ronny) (1771) – H. Verbeek (Harm) (1784) 1 – 0
A.E. Braams (Ton) (1812)– A. van der Kolk (Anton) (1696) 1 – 0
D.  Andel (Daniël) (1613)  – H. Thörig (Harry) (1753) 1 – 0
P. Homan (Piet) (1771) – L.F. Keijzer (Leo) (1725) ½ -½
P. van Leeuwenkamp(Paul) (1678) – A.R. van Ee (Alwin) (1733) ½ -½
K.T. de Jonge (Rijn) (1546) – M.A.M. Jongerius (Marc) (1701) ½ -½
P. Meijer(Paul) (1459) – J. van Amerongen (Judith) (1632) 0 – 1
E. Karel(Edgar) (—-) – J.C. Ackerman (Jan) (1679)    0 – 1

Rijn de Jonge