Gelijkspel voelt als een overwinning…

Dat mag je zeggen als de promovendus een punt weghaalt bij een team dat vorig seizoen twee groe­pen hoger speelde in de SGS-competitie. Rating-verschil zegt niet alles, maar ook daar versloeg het eerste team van Houten ons glansrijk. En toch werd het 4 – 4! Hoe dat kan? Misschien wel omdat we ons bewust waren van de sterkte van onze tegenstander: door anderen gedoodverfd als a.s. kam­pi­oen van SGS groep 2b. We zetten ons schrap!

Daan haalt om 9 uur ons eerste punt binnen. Zijn tegenstander meent stevig te kunnen offeren. Maar Daan gaat er even voor zitten en hij wint. Ton  moet aan het eerste bord zeker dit seizoen vaak ste­vi­ge tegenstanders het hoofd bieden. Via Houten 1 kreeg hij nu Gerard Rill tegenover zich. Een zwaar­ge­wicht dat nauwelijks halve, laat staan hele punten weggeeft. Deze keer had die nog wit ook. Ton kan met zwart in een Franse variant aanvankelijk nog goed tegenspel bieden, en door een tweetal lichte stukken te ruilen met behoud van eigen loperpaar de eerste angels uit het spel halen. Op de 18e zet komt een eerste cruciaal moment. Via f5 kan zwart een verdere pionnen- en stukkenruil af­dwing­en, maar een mogelijk kansrijk kwaliteitsoffer van wit doet Ton van deze opmars afzien. Na de 22e zet komt wit duidelijk beter te staan en kan hij een koningsaanval opzetten. Ton probeert via in­le­vering van een pion en een aangeboden dameruil de stelling nog te laten vervlakken, maar wit gaat daar wijselijk niet op in en haalt met een paar krachtzetten het laatste tegenspel uit de zwarte stel­ling. Ton moest op de 34e zet –tegen kwart voor 11- de vlag strijken. Evaluerend denkt hij dat hij waar­schijnlijk toch het gecompliceerde f5 had moeten spelen. Daniël verliest even later zijn partij en dan staan we ineens achter(1-2). PieterJan met wit spelend trekt de stand weer gelijk in een mooie partij. Zwart vindt zichzelf steeds iets minder staan, maar dat was volgens PieterJan schijn. Hij maakt het zijn tegen­stan­der lastig met op zich onnozele aanvalszetjes, waardoor zwart steeds weer iets moet gaan dek­ken. Het keerpunt komt bij een remise­aan­bod. PieterJan heeft een mooie doorbraak in gedachten maar Rik Vos lijkt de tegenzet te vinden. PieterJan verwacht herhaling van zetten, dus biedt remise aan. Rik moet van zijn teamleider doorspelen, vanwege de achterstand van Houten 1 op dat moment(0-1). Maar op de volgende zet blijkt Rik het valletje toch niet goed door had. Na f5 – f6 met schaak gaat minstens zijn paard verliezen, maar het wordt nog erger: hij verspeelt zijn da­me tegen de toren van wit. Er wordt nog 10 zetten doorgespeeld, maar als de zwarte toren er ook nog af gaat, geeft hij op. (2-2). Ik kan ons team zelfs kort daarna op voorsprong zetten door zelf te win­nen. In een Italiaanse opening wordt mijn witte loper geruild. Ik kan een pion veroveren, maar geef er daarna op een domme manier weer eentje weg. Na afruil van een toren staan mijn stuk­­ken er beter voor, naar mijn idee. Ik forceer een open g-lijn voor mijn toren en laat de h-pion op­ruk­ken. Ik heb de stelling redelijk in de greep, maar kan naar mijn oordeel niets forceren, dus bied ik remise aan. Dat wordt afgewezen, en dan  begint mijn tegenstander te forceren. Mijn loper dekt aar­dig wat pionnen, en zwart probeert wat met zijn toren. Die zet hij tenslotte midden op het bord, ik kan die even vastzetten en met mijn eigen toren achter zijn stelling komen. Als dan de een na de andere pion dreigt te gaan vallen, geeft mijn tegenstander op. Paul gaat in de eerste twintig zetten gelijk op met zijn tegenstander, maar krijgt daarna overwicht. Hij ziet op de 25e en 28e zet pionwinst over het hoofd, en wordt op de 32e zet gedwongen om een kwaliteit tegen een pion te geven: maar Paul be­oor­deelt dat als gunstig voor zichzelf:  op de 42e zet heeft hij al drie pionnen voor de kwaliteit terug­ge­wonnen. Dan breekt de tijdnoodfase aan; op de 44e zet laat Paul zoals hij het zelf zegt “in Fritz-termen gesproken een voordeel omslaan in een nadeel van 0.59”. In een paar zetten is de partij, die hij had moeten winnen geëindigd in een nederlaag(3-3). Helaas verliest Ewoud ook. Hij stond heel goed, maar moet meer dan tandenknarsend zijn partij gewonnen geven(3-4). Tenslotte sleept Ronny het gelijkspel uit het vuur. Hij weet behendig te manouvreren, zijn tegenstander stelt geen remise voor, maar gaat door zijn vlag.

Het team loopt met de borst vooruit de speelzaal uit en vermaakt zich kostelijk aan de bar. Het eerste teampunt van dit seizoen is binnen.

Moira-Domtoren 5 – Houten 1    4 – 4

 

A.E. Braams(Ton) (1789) – G. Rill (Gerard) (2128) 0 – 1

R.P.J. van der Heijden(Ronny)(1763) – N.I. Hill(Nick) (1836) 1 – 0

D. Schönberger(Daan) (1681) – F. Busstra(Freek) (1774) 1 – 0

P. van Leeuwenkamp(Paul) (1662) – J. Jentink(Joop) (1703) 0 – 1

D. Andel(Daniël) (1533)– G.W.C. Vernooij(Gerard) (1853) 0 – 1

P.J. Mellegers(PieterJan)  (1547) – R. Vos(Rik) (1586) 1 – 0

E.M. Loots(Ewoud) (1507) – V. Verstege(Vincent) (1769) 0 – 1

K.T. de Jonge(Rijn) (1515) – C.J. Wassink(Kees) (1680)  1 – 0

Rijn de Jonge